Opdracht 1: Maak een woordspin met jouw normen en waarden en wat volgens jou onder respect valt.
Een woordspin is een schema met 1 woord centraal in het midden. Om de woordspin zet je woorden waarvan jij vindt dat deze daarbij horen.
Stap 1: pak een blad en zet in het midden van het blad het woord respect neer.
Stap 2: schrijf zoveel mogelijk woorden er om heen waarvan jij vindt dat deze bij respect horen. Niets is fout. Het gaat erom wat jij denkt en wat jij vindt.
tip 1: weet je niet hoe een woordspin eruit ziet? Kijk bij het kopje bronnen voor een voorbeeld.
tip 2: onder het kopje bronnen staan een aantal voorbeelden over respect, normen en waarden. Hier kun je even kijken als je geen idee hebt waar je moet beginnen. Deze lijst kan helpen om de woordspin te maken.
Opdracht 2: Geef antwoord op de vragen en schrijf een brief.
Stap 1: pak een blad en geef antwoord op de vragen.
Vragen bij stap 1:
1. Noem een voorbeeld met wanneer je respect voor iemand toont.
2. Je hebt een discussie met iemand. Je schreeuwt door diegene zijn verhaal heen. Heb je dan respect voor de ander? Waarom wel of waarom niet?
3. Iemand valt hard op de grond en je lacht diegene uit terwijl hij of zij pijn heeft. Je hebt dan geen respect voor de ander. Hoe zou je met respect kunnen handelen?
Stap 2: pak een nieuw blad waar je een mooie brief op kunt schrijven.
Je schrijft je brief aan iemand waar jij respect voor hebt. Dit kan zijn voor een vriend of een vriendin, opa, oma, papa, mama of iemand anders die dicht bij jou staat.
Je zou respect voor iemand kunnen hebben omdat diegene hard werkt voor iets wat hij of zij wilt bereiken. Je zou ook respect kunnen hebben voor je ouders omdat hij of zij voor jou klaar staat en jou altijd helpt. Je kunt van alles verzinnen waarom jij respect voor iemand hebt.
tip: kijk bij het kopje bronnen hoe je ook al weer een brief schrijft.
Opdracht 3: presentatie in de klas.
Je geeft een korte presentatie in de klas van ongeveer 5 minuten. Je vertelt in je presentatie wat jij belangrijk vind als het gaat om respect, normen en waarden. In je presentatie lees je ook je brief voor.
tip 1: je kunt je woordspin van opdracht 1 gebruiken om aan te tonen wat jij belangrijk vindt als het gaat om normen en waarden.
tip 2: zorg dat je goed weet wat er in je brief staat, zodat je de brief makkelijk voor de klas kunt voorlezen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb